Steegje in Leiden |
Er zal toch
niks gebeurd zijn? De schrik slaat me even om mijn hart maar ik spreek mezelf
streng toe. Weet je nog: niet altijd gelijk uitgaan van het ergste!
Ik zak neer
op mijn bed. Voor even. Dan sta ik weer op. Te rusteloos om te blijven liggen.
Waar blijft hij nou toch?
“Wieke?” De
stem achter de deur laat me schrikken. Even weet ik niet wat ik nu moet doen.
Maar dat maakt niks uit. De deur opent toch wel….privacy is hier niet echt
aanwezig. Helaas.
‘Je bent er
dus nog.” Max, de verpleger, staat voor me. Met zijn vriendelijke grijns en
doordringende ogen. Maar dat geeft niet. Niet bij Max, die overduidelijk hart
heeft voor zijn “schaapjes”, zoals hij ons altijd lachend noemt. PatiĆ«nten,
bewoners, cliĆ«nten, we krijgen van alles over ons heen. Maar ‘schaapjes’ klinkt
een stuk leuker, niet waar?
“Je zou toch
weggaan?”
Ik knik. En
zucht. Max ziet het. Max wel, die ziet alles.
“Gaat het
niet door?”
Ik haal mijn
schouders op. Waarom spreekt hij de woorden uit waar ik bang voor ben?
“Kom
gezellig even beneden wat drinken dan!” Hij houdt uitnodigend de deur open.
Waarom zou ik?
Maar Max
staat erop.
“Kom nou
maar. Hier staan wachten schiet je niks mee op. En anders zit jij hier alleen
en ik alleen beneden.”Bij de laatste woorden zet hij een zielig stemmetje op.
Ik kan er niks aan doen. Ik lach. Zoals Max me altijd laat lachen. Max wel….
Met enige
tegenzin loop ik mee. Ik neem wel mijn jas en tas mee, zodat ik meteen met mijn
broer mee kan als hij toch nog komt.
De trap,
vlakbij mijn kamer, komt direct uit in het woongedeelte van onze groep. Normaal
een grote huiskamer vol met koffie slurpende mensen…Liters koffie gaan er hier
door. Maar ja, wat moet je anders doen? Drank is verboden, roken ook (binnen
tenminste) en al die bakken thee komen na een uurtje ook je neus wel weer uit.
Max loopt
direct naar de koffiepot en schenkt ons in. Hij zit inderdaad alleen, zie ik.
“Is echt
iedereen weg?’ vraag ik zacht. Max knikt. Zijn observerende ogen onderzoeken
mijn gezicht. Op zoek naar mijn emoties. Maar ik weiger. Ik weiger om mijn
verlatenheid te laten zien. Zelfs aan Max. Dit keer gaat het ook hem niks aan.
Maar ja, Max zou Max niet zijn als hij zich niet laat afschepen. Hij gaat
zitten en trekt de stoel naast hem naar achteren. Hij weet dat ik beter praat als
ik hem niet aan hoef te kijken.
“Het is
Kerst , Wiek.” Waarom klinkt zelfs zijn stem zo kwetsbaar?
“Dus?”
Zijn zucht
klinkt. Zacht maar in deze ongewone stilte absoluut hoorbaar.
“Dat zijn
familiedagen….”
Ik schrik
van zijn stem. Voelt hij zich nu rot voor of om mij? Of is hij boos omdat hij,
door mij, niet bij zijn familie kan zijn?
“Sorry dat
ik er nog ben…”aarzel ik.
Hi Minous! Vind je blog echt super leuk om te lezen! :) Ik heb je daarom genomineerd voor de Liebster Award. Je kunt alle informatie vinden op mijn blog:http://isafashionebella.blogspot.nl/2015/04/the-liebster-award.html
BeantwoordenVerwijderenFijne woensdag, Isabella x
Bedankt Isabel!
VerwijderenIk vind het heel knap geschreven. Dat eerste "even" zou ik weghalen. Hoeft niet hoor. Maar de schrik slaat haar niet even om het hart. het slaat gewoon echt om haar hart. En later gebruik je nog een keer "even". Prachtige schrijfstijl.
BeantwoordenVerwijderen